Sapa, Noord Vietnam, 15-16-17 dec

15 december 2010 - Sapa, Vietnam

Nog maar net terug van Halong Bay, en dezelfde nacht al zitten we op de sleeper train naar Sapa.  Een tweede klasse "hard sleeper"... wat een ervaring.  Op maat gemaakt van de gemiddelde vietnamees... 2 cm ruimte links en rechts, en 10 cm boven je hoofd.  In 1 compartiment passen 6 bedden, als sardientjes in een blik zitten we opeen geperst.  Onze medereizigers... striclty vietnamese.


Om 6.00 s'morgens komen we in Sapa aan ... koud ! nat ! donker !   Amai, effe schrikken.  Ik dacht dat ik Azie zat, maar dit voelt eerder aan als Siberie ?  Een busje brengt ons naar ons hotel waar ons een warme douche en een ontbijtbuffet te wachten staat.  Daarna voelen we ons al een stuk beter, maar we beseffen wel dat we niet op dit klimaat voorzien zijn, dus voordat onze treck begint haasten we ons naar de markt om de nodige spullen in te slaan. 

Sjaals, handschoenen, twee paar kousen, een paar beenwarmers en een legging om onder onze broek te dragen.  En, als kers op de taart, huren we ieder nog een paar gummibotten voor de modder en de drets in Sapa deftig te kunnen trotseren.  Onze regenjassen worden bovengehaald en onze mutsen opgezet, en dan zijn we er klaar voor.  We volgen onze gids, of eerder gezegd hij moet ons volgen want we vinden dat hij soms een beetje treuzelt, en vlak in onze voetsporen een horde Sapa-vrouwtjes met hun koopwaar. 

De tocht gaat door de bergen, bosweggetjes, en rijsvelden naar de afgelegen dorpjes in de Sapa vallei.  Prachtige natuur ! en zaaaaaaaaaalige frisse lucht ! het koude natte weer deert ons niet.  We voelen ons als een stel kinderen op bosklassen.   Sapa is nog echt ongerept.  Nog niet aangetast door afval langs de weg en uitlaatgassen.  De tijd is hier precies stil blijven staan.  De mensen in de dorpjes lijden een eenvoudig boerenleven, met een minimum aan comfort en electriciteit, maar ze zien er zeker niet ongelukkig uit.  En de dieren nog minder... kippen, eenden, ossen en varkens lopen overal vrij rond.

Alle mensen hier, de "minority people' zoals ze genoemd worden, behoren tot een bepaalde stam : Hmong people, Red Dzao, Black Dzao, .... elk met z'n eigen cultuur en typische traditionele klederdracht.  De Red Dzao dragen rode doeken in hun haar en hebben een of meerdere goude tanden in hun mond.   En allemaal dragen ze gigantische tribal oorringen.   De jeugd hier gaat elke dag naar school, en spreekt een aardig mondje engels.  Zelfs de allerjongsten kunnen makkelijk een conversatie houden.. ik sta er een beetje versteld van.

Hier zijn nog geen bars of pubs, of enige andere vorm van uitgaansleven.  Jonge koppeltjes leren elkaar kennen op de vrijdagsmarkt aan het kerkplein, ook wel de "Love market" genoemd, een artificiele term, bedacht om er een toeristische attractie van de te maken.  Hoe typisch ook.  Op vrijdag dossen de jongens en meisjes zich uit, om de aandacht van de ander te trekken.  Na een tijdje wordt de toekomstige partner aan de ouders voorgesteld, en als die het goed vinden wordt er een huwelijk gepland. 

Wat ook speciaal is aan deze mensen, is dat de vrouwen het hier voor het zeggen hebben.  En dat zij het zijn die de zwaarste klussen opknappen.  Ik zag een jong meisje over straat lopen met een zwaar uitziende boomstam op haar schouder.  De mannen zitten vaak thee te drinken en een pijp te roken terwijl de vrouwen het werk op het land doen, op de boerderij, voor de kinderen zorgen , en handel drijven.  Van multi-tasken gesproken. 

Na een halve dag wandelen bereiken we ons dorpje waar we gaan overnachten.  Niet in een guesthouse of hotel, maar in een 'Homestay'.  Een familie die de deuren wagewijd openzet voor toeristen en ze opneemt in hun gezin.  Een typisch vietnamees huis op palen, alles uit hout gemaakt, matrassen op de grond en muskietennetten erover.  Allemaal heel basic.  We krijgen wederom een heerlijke maaltijd voor onze neus gezet. 


S'avonds kruipen de meesten van onze groep vroeg onder de wol, maar wij hadden daar nog geen zin in en gingen op zoek naar een plek om ons te verwarmen.  Er is namelijk nergens centrale verwarming in dit huis, en de temperatuur geeft 5 graden aan. De enige warmtebron is het open vuur in de keuken.  Wij daarheen dus.  De gidsen en het keukenpersoneel nodigen ons uit erbij te komen zitten en bieden ons een glaasje rijstwijn aan.  En daarna nog een, en nog een, en nog een, .... het wordt al gauw een gezellige boel in de keuken.  Ook wij belanden uiteindelijk in ons bed, en met verschillende laagjes kleding aan en een muts op vallen we in een diepe slaap.


De volgende morgen wandelen we via de rijstvelden en het bos terug naar het hoofddorp.  Een hachelijke onderneming, want het wandelpad is een grote glibberige modderpoel waar we tot onze enkels in wegzakken.  Thank god for the gummi boots!  We zien de ene na de andere onderuit schuiven.  Ik daag Eline uit voor een weddenschap : wie het eerst uitschuift, trakteert de ander een pintje.  Een paar keer was het zo nipt...  ik kon het pintje al bijna proeven.  En zelf ben ik ook een aantal keren bijna onderuit gegaan.  lachen geblazen. 

Uiteindelijk hebben we het allebei overleefd, zonder uitschuivers, en waren we terug op de markt in Sapa rond zonder er als twee chocoladeventjes uit te zien... in tegenstelling tot sommige anderen. :-)  En op die markt loop ik een oude bekende tegen het lijf ... Gal, de Israelier die ik in Luang Prabang heb leren kennen, member of the "fruitshakes & Cigarettes"-crew .  Wat leuk om hem terug te zien.  Alleen jammer dat hij net aankwam, en wij binnen een uurtje al moesten vertrekken.  Het had leuk geweest om nog een paar dagen met hem op te trekken, maar de tickets voor onze trein waren al geboekt en korte tijd later lagen we weer dubbelgevouwen in ons veel te klein bed in de slaaptrein.

De volgende morgen in Hanoi, terug in de Backpackers Hostel, wacht me nog een tweede verrassing... ik zit nietsvermoedend m'n emails te checken en hoor ineens een bekende stem "bonjour mademoiselle Michele" .  En daar staat Joris,  another member of the "fruitshakes & Cigarettes"-crew van Luang Prabang.  Hoe grappig dat ik eerst de ene en amper 12 uur later de andere tegenkom.  Blijkt dat onze wegen elkaar weer eens kruisen. 

Het is Joris' laatste dag voor hij terug naar huis keert, en we trekken Hanoi in voor wat site-seeing.  We brengen een bezoek aan de Hao Lao prison, een gevangenis die gebouwd werd door de Fransen in het koloniale tijdperk,  en een eeuw later door de vietnamezen werd gebruikt om Amerikaanse krijgsgevangenen te houden tijdens de Vietnam oorlog. 


De gevangenis, en al wat er in staat (tot zelfs een guillotine) is best indrukwekkend...  maar de tekstjes met uitleg slagen nergens op.  In de ene vleugel van het gebouw zie je  foto's van uitgemergelde halfstervende vietnamese gevangenen onder het frans bewind, met berichtgevingen van de ergste mishandeling en cijfertjes van hoeveel doden er jaarlijks wel vielen... terwijl in de andere vleugel van het gebouw foto's hangen van kergezonde, lachende en goed doorvoedde amerikaanse krijgsgevangen... genietend van een kerstdiner met een pintje bier erbij,  basketbal spelend op het binnenplein, of een boek lezend in de bibliotheek.  


Het wordt al gauw duidelijk wat voor een beeld de Vietnamezen hier op willen hangen.... 'kijk eens hoe hard wij geleden hebben onder de fransen, maar hoe genadig we toch zijn geweest tegenover de amerikanen' ... wat een geweldig volk, nietwaar ?   Deze hypocriete houding van de vietnamezen en de anti-franse sfeer die hier hangt irriteren mij.  Ik vraag mij af hoe Joris zich hierbij wel niet moet voelen ?  Maar de chillste fransman ever schijnt er zich niet veel van aan te trekken.  Hij is, gek genoeg, zelf nogal anti-frans.  Hij trekt tijdens zijn reis liever niet te veel met andere fransen op, en tegen ons spreekt hij liever engels dan frans.   

 
We wandelen verder door Hanoi, langs het Ho Chi Min Mausoleum, het bijhorend Museum en het huis dat hij ooit bewoond heeft.  Maar we gaan er niet binnen.  Genoeg toeristische attracties gezien, vinden we.  We zoeken een lokale bar op, die zich op het dak van een gebouw bevind en genieten van een lokaal biertje. 


Onderweg vind Joris een joker op straat.  In Luang Prabang had hij me gezegd dat hij overal op straat speelkaarten vindt en dat hij er een hobby van heeft gemaakt ze te verzamelen.  De eerste kaart die hij gevonden had, was een joker.  Maar helaas is hij die weer kwijtgespeeld en hij wou nog graag een nieuwe vinden voor hij naar huis ging... missie geslaagd dus.


De dag loopt ten einde, en de nacht brengen we weer 'on the road' door ... op de nachtbus naar Hue.  My god, ik zal blij zijn als ik nog eens een nacht in een normaal bed kan doorbrengen !

Foto’s

1 Reactie

  1. Jill:
    19 januari 2011
    Hi Michke, weer een zalig verhaal hé!

    Uw volgende uitdaging is zeker een boek schrijven? Het gaat u goed af ;-)!

    Dikke kus x x x