Bogotá, Colombia 7 - 10 jan 2017

7 januari 2017 - Bogotá, Colombia

Bogotá, 7 - 10 januari 2017

Van Cali naar Bogotá, 500 km door het hart van Colombia, een slingerende 'twee-en-halve-baansweg' over een paar steile bergpassen waar het recht van de sterkste geldt. Wegmarkeringen ontbreken waardoor iedereen hier het recht opeist om op de meest absurde momenten te gaan inhalen ... langs links èn rechts tegelijkertijd. De weg gaat steil omhoog, waardoor trucks en andere zware voertuigen het verkeer belemmeren. Niemand wil hier op z'n rem gaan staan, want wie remt, bengelt helemaal achteraan in het rijtje.

We zagen hoe onze bus een andere bus voorbijstak, die zelf een camion aan het inhalen was, terwijl in de binnenkant van de bocht een dikke SUV met in zijn kielzog een motorrijder ons alledrie tegelijkertijd schuurde. Meerdere malen sloeg ons hart een paar keer over als tegenliggers nog nèt op de laatste nanoseconde terug in hun vak schoven. Dit is echt een dodenweg. Te bedenken dat we eerst nog bijna voor een nachtbus gekozen hadden om tijd te winnen en een overnachting uit te sparen. Heel blij dat we dat niet gedaan hebben. Deze weg in het donker zou pure zelfmoord zijn geweest.

Nog een waanzinnig fenomeen op deze weg : traffic boys (en girls), jonge tieners die met een zakdoek of hun pet staan te zwaaien in het midden van de weg. Door de vele haarspeldbochten kan je uiteraard niet zien wat er komt, zij wagen hun leven door midden in de bocht te gaan staan en te zwaaien als de weg vrij is. In het voorbij rijden gooien de chauffeurs hen dan een muntje toe. Soms blijven ze zelfs op de middenlijn staan terwijl twee camions elkaar in de bocht kruisen, echt gekkenwerk!

Halverwege de bloedstollende rit werd er bij een restaurant gestopt voor te eten. Bij het aanschuiven stonden we naast een muur die vol foto's hing van verkeersongelukken op deze eigenste weg. De beelden lieten niet veel aan de verbeelding over. Met onze (misschien wel laatste?) maaltijd gingen we stilletjes aan tafel zitten.

Eens in Bogotá aangekomen, na eerst de grond gekust te hebben uit dankbaarheid voor het leven, komen we in een pracht van een koloniaal huis terrecht in het oude stadsdeel. Metershoge plafonds, alles in hout en authentieke oude meubels. Echt een pareltje. Hier blijven we een paar dagen. Bogotá wordt maar een korte stop op onze route, want eigenlijk hebben we beiden een beetje genoeg van het winterse klimaat dat ons als sinds Otavalo vergezelt.. en daarom hebben we een vlucht Bogotá-Cartagena geboekt... binnen drie dagen zijn we aan de Caraibische kust van Colombia !

Maar Bogotá zelf is nog lang geen shortjes en flip-flop weer. S'morgens vertrokken we vroeg op stap en ik ben zelfs teruggelopen om een dikke fleece aan te trekken. Een uurtje later begon het zonnetje door het ochtendgrauw te breken en de stad op te warmen. Wij zaten ondertussen op een STAMPVOLLE bus. Iedereen stond zodanig opeengeplakt dat bewegen bijna onmogelijk was. Ik hield met één hand m'n handtasje stevig vast (Bogotá is berrucht voor z'n zakkenrollers) en met de andere Marco's schouder. Nog steeds die fleece aan, de zon en de mensenmassa beginnen als een sauna te werken, het werd langzaam onhoudbaar en omdat we nog zeker een dikke 20 minuten te gaan hebben weten Marco en ik met verenigde krachten toch mijn fleece uit te trekken. Niet makkelijk als je als sardientjes opeen staat gedrukt.

Twintig minuten later spuuwt de bus ons uit op het perron. Eindelijk verlossing. Ik wil een ijsje kopen.. en merk ik dat van nog veel meer verlost ben : handtas is open, portefeuille weg. Noooooooo ! In die paar seconden dat ik mijn trui uitgedaan heb, moeten ze toegeslagen hebben. Cash geld had ik gelukkig niet bijzonder veel op zak, maar samen met mijn portefeuille is ook mij bankkaart en ID-kaart verdwenen. afzuip. Dat betekent een hele hoop zever.  Gelukkig is mijn GSM niet gestolen en had ik mijn reispas en VISA kaart in onze kamer gelaten.

Maar laten we niet bij de pakken blijven zitten, er valt nog een en ander te zien in Bogotá. Op een uurtje rijden van de stad liggen de zoutmijnen van Zapaquira, waar eeuwenlang tonnen zout bovengehaald werden.

De ingang van de mijn was lichtjes imposant te noemen, daarna volgt een complex labyrint van schachten en gangen,  Hoe dieper we afdalen hoe indrukwekkender het wordt. Langs beide kanten van de centrale gang zijn diepe mijngroeven uitgehouwen. We kunnen ons amper voorstellen hoevele jaren loodzware arbeid dit gekost moet hebben. Om de 10-20m is er een nis voor te bidden of een staan er een paar kruisen. Donkere gangen, mystieke verlichting.

Het gangencomplex eindigt dan in de adembenemende 'salt cathedral', een gigantische ondergrondse ruimte van 120m lang en 22m hoog, met een capaciteit van 8 000 man.  Hier werd met man en macht een kathedraal  uitgehouwen zodat de brave mijnwerkers ook ondergronds voor een beter bestaan kunnen bidden. We wanen ons in 'The Mines of Moria' van Lord of the Rings. Soms denken we dat we een Ork of een dwerg zien, maar van dichtbij blijkt het dan toch maar weer gewoon een Colombiaan te zijn ;-)

Foto’s

1 Reactie

  1. Paps:
    31 maart 2017
    Ja, ik herinner mij dat Bogota inderdaad niet warm was. Het ligt ook op een plateau,dus. Maar als de zon begint te schijnen warmt het wel snel op. Wat me ook nog bijblijft is dat er overal in Bogota zwaarbewapende soldaten constant rondliepen maar dat kwam door die narcoticaoorlog. Die is voorbij. Tof reisverslag en weer grappig! Knap!
    Big hug
    Paps