Nicaragua, 29 juni -10 juli 2017

29 juni 2017 - León, Nicaragua

León, 29-30 juni

Twee grensovergangen in één dag, dat doen we nooit meer. Twee keer sukkelen met papieren en honderden copies, van het kastje naar de muur gestuurd worden tussen verschillende douanekantoren, het hopeloze gevecht om de schreeuwende 'tramitadores' op afstand te houden, de eeuwige discussies met wisselagenten voor een betere koers, en dat alles in de tropische hitte. Nee merci. Dit was de eerste en laatste keer.

Vandaag hebben we een marathon-rit afgelegd voor in de geschiedenisboeken : s'morgens vroeg in El Salvador vertrokken, heel het onderste deel van Honduras in rechte lijn doorkruisd, om s'avonds doodmoe in León aan te komen net voordat de zon onderging. Op de kaart amper 236km, maar in werkelijkheid meer dan 6 uur rijden vanwege de slechte wegen in Honduras, en reken daarbij nog eens 4 uur in totaal aan tijdrovende grensovergangen, dan snap je wel dat we aan het eind van ons latijn waren.

Gezien de hitte, de late aankomst en het feit dat we doodmoe zijn en niet langer willen zoeken naar een geschikte overnachtingsplek, stoppen we bij het eerste beste hotel en besluiten we om onszelf nog eens op een echt bed te trakteren. We blijven hier maar twee dagen, eentje om uit te rusten, en eentje om het historische centrum te bezoeken. León staat namelijk vol mooie koloniale huizen en oude kerken, en is zeker de moeite waard.

León is ook de wieg van de Sandinistas, het vrijheidsleger van Augusto Sandina dat in de jaren'80 komaf maakte met de Amerikanen die het land steeds meer en meer probeerden te manipuleren. Vandaag de dag is het FSLN (Frente Sandinista de Liberación Nacional) nog steeds de grootste partij, en alhoewel ze tegenwoordig een heel andere koers varen dan de rebellen van vroeger zijn ze nog heel actief met allerlei activiteiten. Overal in het straatbeeld zie je de rood-zwarte vlaggen van het FSNL en muurschilderingen van Augusto Sandina.

Las Peñitas, 1-6 juli

Na León zijn we doorgereisd naar Las Peñitas, een klein kustdorpje op amper 30 km rijden. Daar hebben we een super coole guesthouse gevonden waar we onze combi in de tuin mochten parkeren. Dit plekje bevalt ons wel, vlakbij de zee, surfspot op wandelafstand, vriendelijke bewoners, altijd leuke muziek en een kleine dwergpapegaai die graag op je schouder zit en aan je oren knabbelt. De eerste avond was het al meteen raak met een live-optreden in een naburige bar. Top muziek, top sfeer. En lekkere coctails ;-)

We zijn ook niet de enige kampeerders hier, naast ons staat een kanjer van een mobilhome van een Australisch koppeltje. Zij zijn in 5 dagen van de States naar Nicaragua gereden. Dwz, in vier dagen door gans Mexico! Vier dagen nonstop slapen-eten-rijden. Gestoord, als je het mij vraagt. Ze hebben hun huis in Australië verkocht, hebben in California een mobilhome gekocht en zijn naar hier gekomen op zoek naar een stuk grond om een hostel te beginnen. Echte avonturiers.

Masaya Vulcano, 6 juli

Eén van de grootste toeristische trekpleisters van Nicaragua is de Masaya vulkaan. Deze makkelijk toegankelijke vulkaan had vorig jaar in januari 2016 nog een uitbarsting, en is nog steeds heel actief. Dat levert fraaie beelden op, vooral snachts. We gingen op de 'night tour', waarbij je met je auto tot aan de rand van de krater kan rijden. Je ziet een diep zwart gat met kolkende lava en dikke sluiers rook, amper een paar tientallen meters onder je voeten. Best wel straf.

Nog straffer vond ik echter wat ik een Amerikaanse moeder tegen haar twee dochtertjes hoorde vertellen. De twee meisjes moeten ongeveer 5 en 7 zijn geweest en keken bang de krater in toen mama vertelde dat dit nu is waar de duivel woont. En hier ga je naartoe als je niet in God gelooft, en dan blijf je daar eeuwig branden in het vagevuur. Je sterft niet, maar je blijft gewoon eeuwig branden. Dus elke dag braaf je gebedje zeggen, ok?

Die nacht sliepen we beneden aan de voet van de vulkaan, voor de zekerheid toch maar met onze neus richting uitgang geparkeerd voor het geval dat Satan midden in de nacht plotseling met lava zou gaan gooien. you never know.

Granada, 7- 9 juli

Op een boogscheut van Masaya ligt Granada, die andere bekende koloniale stad en tevens de grote tegenhanger van León. Jarenlang hebben deze twee steden gevochten om de hoofdstad van Nicaragua te zijn. Granada was de thuishaven van de conservatieven, terwijl Granada het bastion van de liberalen was. Uiteindelijk is Managua dan tot hoofdstad verkozen, wat een einde aan de machtstrijd gemaakt heeft.

Granada is peperduur wat overnachtingen betreft. Gelukkig moeten wij daar niet van wakker liggen :-) We parkeren onze combi een paar dagen bij het Rode Kruis, waar we voor 5 dollar per nacht mogen staan incl. electriciteit. Enkel een douche ontbreekt. Maar dat probleem heeft zich ook spoedig opgelost. Toen we door de straten van Granada reden hoorden we plotseling een hevig getoeter achter ons en zagen een man die teken deed voor aan de kant te gaan. Hij bleek de voorzitter van de VW Club Nicaragua te zijn en was helemaal fan van onze combi. We kregen een gratis douche en internet aangeboden bij hem thuis, terwijl hij de ene na de andere foto nam van onze bus. Handig toch, zo'n combi. :-)

Managua, 10 juli

Via Nahum (van de VW combi Club) kregen we ook een adresje van een goede mechanicien in Managua. We horen al een tijdje een gekwietsj aan de voorkant en willen de remmen laten checken. Gezien iedereen in Nicaragua met een Toyota rijdt is het niet zo simpel om iemand te vinden die wat van oude VW's kent en dus zijn we heel blij met Nahum z'n tip.

De 'garage' ligt ergens in het midden van hartje Managua in de kleine gheto-straatjes waar geen toerist ooit komt. Gelukkig stond Freddy ons op te wachten bij een benzine station in de buurt en konden we hem volgen door de wirwar van straatjes, tot we voor een klein bouwvallig huisje komen waar overal auto-onderdelen rondslingeren en een dikke latino papi met een marcelleke en teenslippers aan onder een combi ligt. Dit moet de garage zijn, en dat is de zoon van Freddy.

Met handen en tanden proberen we uit te leggen wat er mankeert en vader en zoon krikken de auto op en halen in mum van tijd de vier wielen eraf om de remmen schoon te maken. Verder repareren ze ook nog de pinkers en een paar andere kleine dingen, voor de fantastische som van ... 20 dollar. Daarna worden we ook nog eens profesioneel uit het gheto geëscorteerd, waarbij we vreemde blikken toegeworpen krijgen van hangjongeren, gangsters en homies.

We besluiten wijselijk om maar in een ander deel van de stad te gaan overnachten, want het lijkt ons niet echt veilig hier, tenzij dikke Freddy tussen ons in komt slapen. Via de I-Overlander (intussen onze Heilige Bijbel geworden) belanden we in een klein groen paradijsje verstopt in één van de buitenwijken van Managua. Een hostel met een tropische tuin waar ook plaats is voor campers. Het noemt 'Casa Inti' (huis van Inti), en als ik Inti in mijn beste spaans vraag waar we juist mogen parkeren, antwoordt hij tot mijn verbazing in 't plat Westvloamsch. Dat hij mijn Belgisch accent al herkend had en dat we overal tussen de palmbomen mogen gaan staan. Grappig. Een Nicaraguaan die in België is grootgebracht, en 3 jaar geleden terug naar huis is gekeerd om een guesthouse te openen in zijn geboorteplek. Dat is zijn verhaal.

Foto’s